You , I & A.I.
You, I & A.I.: een podcast voor iedereen die meer wil ontdekken over de wereld van Artificiële Intelligentie (A.I.). In elke aflevering verwelkomen we een inspirerende gast om te discussiëren over kunstmatige intelligentie en een breed scala aan gerelateerde thema's. Van A.I. en duurzaamheid tot A.I. in de wetgeving, de industrie, en HR. Blijf op de hoogte door onze podcast te volgen.
You , I & A.I.
You, I & A.I. - A.I. in Leuven, New York & San Francisco - Thijs Lowette
In deze aflevering you, I & A.I. verwelkomen we Thijs Lowette, product manager met ervaring in de VS (New York & San Francisco) en een scherpe blik op AI en technologie. We praten over zijn tijd bij Amerikaanse techbedrijven, het verschil met de Europese werkcultuur, de opkomst van AI-tools, hackathons, en de toekomst van werk.
Thijs deelt inzichten over waarom Silicon Valley zo’n energie uitstraalt, waarom falen daar anders wordt bekeken, en wat AI echt kan betekenen voor bedrijven vandaag en morgen.
Als afsluiter introduceert hij zijn nieuwe project: de Book Borrow Club. https://bookborrow.club/
Volg de podcast You, I & A.I. voor nieuwe inzichten over kunstmatige intelligentie.
Dominiek:
Welkom iedereen bij de nieuwe podcast van You, I & AI. En vandaag hebben we een zeer interessante gast. Zijnde Thijs, Thijs Lowette.
En ik ken Thijs al zeer lang, van de tijd dat wij samen studeerden. En dan heb ik Thijs in de technologie zien gaan. Een tijd lang richting New York, richting Amerika.
En nu ben ik zeer blij om terug samen met Thijs hier aan tafel te zitten, terug in België. En hij leek me ook een zeer interessante gast voor deze podcast. Gezien de ervaring in Amerika, de link met de technologie.
Maar misschien, Thijs, kan ik je beter jezelf eventjes laten voorstellen. Wat is je carrière en wat heeft je gebracht tot waar je vandaag bent?
Thijs:
Oké. Eerst en vooral, heel veel bedankt dat ik hier mocht komen. Een beetje spannend voor mij.
Ik zal mezelf kort proberen voor te stellen. Ik ben relatief recent terugverhuisd naar België. Zoals je aangaf, na vijf jaar in de Westen spenderen.
Voor technologiebedrijven. Een Belgische B2B. En van een Amerikaanse streamingsdienst.
Ik ben in maart terugverhuisd naar België met een dochtertje.
Dominiek:
Proficiat Thijs.
Thijs:
Ja, dankjewel.
En nu zijn we het aan het uitzoeken wat de volgende zet gaat zijn. Ik heb al recent, de eerste primeur hier, een contract getekend. Maar hij is professioneel Thijs.
Als product manager. En dat is ook de laatste rol die ik gedaan heb in de US. En product manager, dat is detailproducten bouwen.
Omschrijvend vaak als, bijvoorbeeld, the right product. Ja, dat is mijn recente passie van de afgelopen paar jaar. Dat is wat ik me bezig hou. Ja.
Dominiek:
Oké. En wat mij zeer sterk interesseert. Wij hebben altijd het idee dat het in Amerika toch anders is dan hier.
Dat alles wat sneller gaat, altijd wat grootser is. En ik moet ook zeggen, als ik naar de applicaties op mijn telefoon kijk. Kom je toch tot de constatatie dat er heel weinig Europese apps op staan.
Al zijn het de heel lokale apps. Wat dat doet uitschijnen. Is dat ook uw ervaring geweest?
Denk je dat Amerika een stap voor heeft op ons als het gaat rond technologieproducten. En ook in de grotere context van de AI race?
Thijs:
Ik vind dat een moeilijke vraag. Er is geen eenduidig antwoord op. Ik heb wel vermoedens die ik graag wil delen.
Ik denk, als we praten over het type producten die er in de Westen worden gemaakt. Versus in Europa of in België. Dan zie je dat er in de Westen veel meer consumentenproducten zijn.
En dat er in Europa meer serviceproducten zijn. B2B. Ja, redenen daarvoor kan je verder gaan zoeken.
Enerzijds denk ik dat een Amerikaan. Of laten we het verbreden naar mensen die naar de US trekken. Meer durven dromen.
En meer durven falen. En echt iets voor gebruikers bouwen. Ik denk in Europa zijn ze meer met de voetjes op de grond.
En willen ze iets, ik ga niet zeggen eenvoudiger bouwen. Maar waar het nut of de waarde sneller in een MVP te vermarkten valt. Te verkopen valt.
En dan ga je al sneller een prototype van iets creëren. Waar je een kleine kost voor kan aanrekenen. En dan opbouwen.
Dat is één van mijn theorieën. Of die klopt, daar heb ik geen idee van. Maar dat is wel een observatie.
Dat de attitude anders is. Er wordt ook vaak gezegd. Je kan er wel ergens bij aan met dat.
Een schaamte om te falen. Dat dat soms iets negatief is. Of om iets te leren.
Dominiek:
Voor mij lijkt dat logisch. Als ik faal of iets fout doe, dan geneer ik mij daarvoor. En dan had ik liever dat ik het beter had gedaan.
Had je in Amerika het gevoel dat er mensen dan fier zijn om te falen? Of hoe uit zich dat dan? Want we zijn allemaal mensen.
Dan ga ik toch vanuit dat Amerikanen ook gewoon mensen zijn. Maar dat wordt anders gezien dan? Of hoe moet ik dat interpreteren?
Thijs:
Ik denk op een menselijk niveau dat dat wel zeer gelijk is. Dat we daar wel een globaal gedeelde mindset in hebben.
Maar ik denk dat die mindset, zeker in hubs zoals New York en San Francisco, meer versterkt wordt door gelijkgezinden die elkaar opzoeken.
En elkaar de permissie geven om daar geen zelfspot over te hebben. Gewoon: “nu één stapje dichter bij de juiste pivot”.
En het is natuurlijk gewoon door de locatie en de mensen die samenkomen makkelijker om een gemeenschap op te bouwen die die mindset aanmoedigt.
Dominiek:
Ik moet zeggen, nu je het uitlegt, als ik zelf kijk naar mijn eigen ondernemen, heb ik ook flaters gemaakt.
Ik heb ook in mijn mappie op mijn computer staan: “Fokops”. En elke keer als ik een grote flater maak, schrijf ik dat erbij om er later nog eens naar terug te kijken.
En ook als iemand anders nu een fout zou maken als ondernemer, is dat misschien zelfs bindend of versterkend, want die heeft ook al dingen meegemaakt.
Dus ik had mijn beeld: als je allemaal mensen samenbrengt die zo’n soort ervaringen hebben, dan snap ik wat je zegt.
Dat dat mogelijk zoiets positiever is.
Ik vind het ook interessant, je zei eigenlijk niet dat de andere kant misschien meer risico-avers is, maar dat die hubs mensen aantrekken.
Thijs:
Ik denk dat dat versterkend is. Ik denk dat het er wel ergens in zit, maar je hebt gewoon die amplifiers, die versterkers daar bovenop.
En ik ben niet zeker of dat in bepaalde plaatsen in Europa ook wel is, maar ik denk dat die nog niet genoeg verzameld zijn op één punt om dat potentieel te maximaliseren.
En je hebt ook anderzijds het aspect van kennis delen, zoals je vertelde.
En als er heel succesvolle SaaS zijn, dan zijn mensen daar ook meer comfortabel bij en hebben ze advies daarom.
Dus het zal misschien een beeld historisch zijn.
Dominiek:
Nee, nee, nee. Het is een antwoord. Ik probeer me ook in te beelden, als je dan zo’n hub hebt…
Is dat dan echt zoals in de filmpjes, zoals in de series rond Silicon Valley, dat iedereen hip is, en dat elke dag rock-’n-roll is en een uitdaging?
Of is het ook gewoon vaak saai achter een computer en het werk verzetten, zal ik maar zeggen?
Thijs:
Voor die mensen die dat bedenken, is dat nooit saai.
Dominiek:
Ja?
Thijs:
Hoe ga je dat het beste beschrijven? Gewoon een persoonlijke ervaring:
Als je in San Francisco in een WeWork zit, een projectwerk, dan hangt daar een zekere energie, een zekere elektriciteit in de lucht.
Je ziet mensen zowel supergefocust als uitgelaten. Tegen een laptop, want daar zit iemand bij, voor de ogen gebogen.
En je krijgt er gewoon goede vibes van. Je krijgt goesting om iets te doen.
Dus ja, dat zijn ook mensen die geobsedeerd zijn door computers en door technologie.
En dat zijn zeker niet de grijze mussen die je in een Belgisch klein dorpje zou tegenkomen — allemaal niks tegen die figuren natuurlijk.
Dus ja, daar zit veel excentriek tussen. Excentriek, uitgelaten, gefocust.
Dat is een beetje hoe ik het zou beschrijven. Zeer fel in hun eigen hype train, soms. Dat is een facet.
Dominiek:
Daar kan ik ook wel iets bij nemen.
Thijs:
Dat stoot mij soms iets meer tegen als een meer nuchter of rationeel persoon.
Maar ik heb het zo eigenlijk liever dan het tegenovergestelde, dat je jezelf verstopt en aardig zijnde in je beeld.
Dominiek:
Ik herinner me ook zelf, toen ik stopte met studeren en begon te werken, dat ik wel verbaasd was van de werkwereld.
Hoe, ik denk, een beetje monotoon het eigenlijk was.
Ik had het meer in de beeld zoals je nu beschrijft.
En hetgeen waar ik van mezelf uit haal, is wellicht: als we meer innovatief willen zijn, of als we meer uit de hoek willen komen met zo’n dingen,
dan is het vooral belangrijk om energie te creëren.
Om mensen met de juiste mindset samen te zetten en daar een versterkend gegeven van te creëren.
Oké, dat is een zeer interessante
Thijs:
Misschien is dat het enige voordeel dat ik in België nog niet heb tegengekomen.
Als je in de plaats van San Francisco zit: work never stops.
Wat bedoel ik daarmee?
Ik had mijn 9-5 of 8-6. Om zes uur ging ik dan naar de WeWork.
Dan zit je daar tot elf uur, half twaalf.
En dan staat het nog redelijk vol.
En je hoort die mensen van de security zeggen: "Oké, morgenochtend kom ik naar jou."
Dan werk je het hele weekend door.
En die zijn superenthousiast om dat te doen.
En daar krijg je ook een soort peer pressure bijna. Of het gevoel van: kom, ik ga het doordoen.
En ik ben ook niet veel in Leuven of zo tegen mensen gekomen die...
Voor wie falen bijna geen optie is. Veel van die mensen daar, die zitten daar ook met een lastige situatie.
Vaak is het gewoon: dit moet hier slagen. Of ik heb een gigantisch probleem.
Dominiek:
En ook mensen met visa. Als ze geen job meer hebben, moeten ze morgen terug naar hun land.
Thijs:
En in België ga je natuurlijk niet veel buitenlandse ondernemers hebben, door het belastingklimaat enzovoort.
En voor de Belg zelf: als je faalt, kan je dan zo’n beetje terug bij je ouders gaan wonen, of op een uitkering rekenen…
Weet je, er is altijd een plan B.
En in de US heb je niet altijd een plan A… Sorry, een plan B.
En die urgency kan soms heel goed werken.
En soms hebben mensen die urgency zelf niet nodig om te kanaliseren.
Dominiek:
Ja. Dat is een interessante, want dan krijg je natuurlijk ook wel een beetje het keerplaatje.
Want mijn beeld — als je zo leeft — dan is werk als een sport.
Als een sportwedstrijd.
Wat energiek is, wat veel van je vergt, maar ook een heel positief gevoel geeft.
Tegelijkertijd, nu zelf ook papa zijnde, en toch ook wel zien dat als ouder er voor de kinderen kunnen zijn, dat dat echt ook een belangrijke waarde is in het leven.
Is dat dan mogelijk een andere kant — dat dat heel moeilijk combineerbaar is met zo’n klimaat?
Thijs:
Ja.
Dominiek:
En hoe was dat voor u zelf?
Ik herinner mij zelf zeer goed hoe het was. Sinds we de eerste keer GPT-3.5, of de 3, uitkwamen.
Dat was voor mij echt wel een wauw-moment. Zeer fascinerend.
Hoe heb je zelf die AI ervaren?
Was dat voor u hetzelfde? En ben je het vanaf toen helemaal beginnen incorporeren?
Of werd AI toen ook in de producten gebruikt?
Hoe is AI in uw pad gekomen?
Thijs:
Ik ben een heel goede volger van Reddit, Twitter, e-mails, Hacker News enzovoort. Dus daar merkte ik dat redelijk snel.
En ik ben altijd rond die cultuur van nieuwe technologieën.
Misschien heb je dat gehoord of niet. Dat was al een tijdje geleden. Dat was al een keer opgekomen.
En ook dingen geprobeerd.
Maar met AI en de OpenAI-API’s voelde je toch dat daar magie in zat.
Niet zozeer de chatbot zoals de meeste mensen hem kennen — wat natuurlijk al revolutionair was — maar hoe je daarmee…
Dat is een nieuwe manier om te interageren met computers. En dat interesseert me enorm.
Maar ja, als iemand die graag sleutelt en prutst, begin je daar mogelijkheden in te zien.
En ja, ik ben daar de eerste keer — het publiek was echt wel opgesprongen.
Er waren in die tijd ook zeer veel mensen in San Francisco. Prutsen, bouwen, hackathons.
Van daar heb je om de paar dagen een hackathon met zeer interessante sponsors.
Dominiek:
Dat moet ook wel heel interessant geweest zijn.
Die tijd, dat er net de eerste API’s uitkwamen, en dan die locatie, en dan hackathons.
Dat is al wel buzzing geweest.
Thijs:
Dat bedoel ik niet op de meest positieve manier ooit.
De grootste nerds in de techscene samenkomen, met Sam Altman die een kerstappearance doet omdat OpenAI sponsor is van een hackathon.
Mensen zoals Pinecone, die technologie die opkwam met langetermijngeheugen, vector databases promoten.
Dat is zoiets anders, wat zeer veel energie geeft.
Toen ben ik drie maanden redelijk obsessief mee bezig geweest.
Maar ik heb ook maar een beperkte aanleg en spanningsboog.
En op een gegeven moment was het van: oké, het is tijd. Ga je je er helemaal op smijten?
Ik had voor het eerst meegemaakt hoe hard al die mensen daarvoor gingen.
Dat is niet iets dat je met een 9-to-5 kunt combineren, tenzij je heel veel geluk hebt.
Maar als je je kansen wilt optimaliseren, moet je harde beslissingen nemen.
Maar ik was op dat moment nog relatief nieuw in mijn taak.
Het was een hele fijne job, op alle manieren.
Dus toen heb ik maar voor de — tussen aanhalingstekens — golden handcuffs gekozen.
En de comfort die daarbij kwam, dan mij op het onbekende te storten.
Dominiek:
En spijt je dat, als je terugkijkt? Of was het de juiste beslissing?
Thijs:
In het moment had ik er spijt van.
Dat was een heel specifiek ding dat ik probeerde te doen.
En soms zag je gelijkaardige producten voorbij komen.
En je dacht: dat komt eigenlijk wat beter overeen met wat ik gedaan had.
Je bent ervan overtuigd. En dat krijgt tractie.
En dan zijn er momenten dat het bijt.
Maar dat is gewoon zonder ambitie.
Op dat moment moet je dan over je ego stappen.
Je mag niet boos zijn of teleurgesteld zijn in jezelf, als je een tijd hebt gekozen voor comfort.
Dus ik denk dat ik de juiste beslissing heb gemaakt.
Met nadruk op: “ik denk”.
Dominiek:
Denk jij? Je gaat het nooit weten.
Wat dat bij mij doet, als je vertelt over dat klimaat — vrijdagavond nog met z’n allen daar, 12 uur ’s nachts.
En dan zei je: “Morgenochtend zien we elkaar om het hele weekend door te doen”, met al dat druk…
Ja, dan kan ik contrasteren, denk ik, aan een aantal omgevingen waar het gewoon van 9 tot 5 is.
En: “We gaan ook iets met AI doen,” zal ik maar zeggen.
Dat dat zo’n oneerlijke competitie is, dat dat heel moeilijk is tegen elkaar te robuusteren.
En een tweede element daarbij is de tijd.
Denk je dat het nu nog een goed moment is om iets te starten, met het hele large language-modelgegeven en het AI-gegeven?
Of denk je dat heel veel van die markt al bezet is?
Thijs:
Honderd procent nog een goed moment.
De technologie verandert elke drie maanden.
De kaarten worden elke drie maanden opnieuw geschud.
Ik denk — wanneer was het — ergens in maart kwam Mistral op.
Ook veel potentieel voor partijen om iets mee te doen.
Ook dingen zoals het ThinkCloud-code kwam redelijk vers.
Met die technologie, als SDK zijnde, open je ook weer een hele nieuwe markt.
Gewoon ogen ophouden, creatief zijn, en je hebt evenveel of zelfs meer kansen dan in het begin.
Ik zeg niet dat de markt matuur is op dit moment, maar je kunt nu ook beter een momentopname maken van: “Oké, dit zijn de evoluties van de voorbije drie jaar.”
Een beetje analyseren van wat heeft gewerkt en wat niet.
Dus een perfect moment om daar nu nog in te stappen.
Dominiek:
Ik zal even voor de luisteraars verduidelijken die misschien minder bellletjes hoorden rinkelen bij wat je zei.
Klopt het, de analogie die ik maak, dat de tools die je gebruikt om je AI-product te maken, zo snel aan het evolueren zijn,
dat als je helemaal aan het begin was begonnen, dat de tools die je toen gebruikte nu misschien niet meer de beste zijn.
Dus dat daardoor die kaarten de hele tijd opnieuw worden geschud.
Want de kans is groot dat als je begon met een oud model en hetgeen wat toen beschikbaar was,
dat dat nu niet meer het meest performante product is.
Dus dat je continu ook moet — zelfs degenen die al langer bezig zijn — zich blijven heruitvinden
om bij te blijven met de onderliggende technologie die continu evolueert.
Is dat juist samengevat?
Thijs:
Ik denk dat je dat heel goed samenvat.
Hoe ik het eerder zie, is dat — zeker in AI — mensen producten maken op basis van technologie of delen van infrastructuur.
In het begin was dat met de OpenAI-webversie.
Dat was er om te bouwen, en dan was dat gewoon het model dat je gebruikte.
Dominiek:
Wat dan eigenlijk gewoon was: je gebruikt, bij wijze van spreken, ChatGPT,
je zet er een prompt rond, je steekt dat in een app,
en eigenlijk doet het niks anders dan dat je altijd gewoon met ChatGPT spreekt.
Thijs:
En dan zijn er mensen die gaan bouwen, agents.
Oké, nu bouwen mensen meer dat. Agents en die kaarten of onderdelen waarmee je het best een product bouwt — of het ideale product — verschilt.
Het idee waar ik naar verwees dat ik drie jaar geleden had, was toen eigenlijk moeilijk om te bouwen.
Ik moest echt met twee projectjes werken die niet goed aan elkaar zaten, en hopen dat dat werkte,
of zelf iets bovenop bouwen.
En dan zag ik: dat doet toch niet wat ik wil.
Ik moet eigenlijk echt heel veel tweaken enzovoort.
Maar hoe het ecosysteem er nu vandaag voorstaat, met de maturiteit van de modellen,
is het tientallen keren gemakkelijker om iets te bouwen.
Ik zou zelfs zeggen: als we praten over het juiste moment,
dan zou ik misschien durven zeggen dat het idee dat je drie jaar geleden had vandaag misschien méér doenbaar is dan toen.
Dominiek:
Maar ik denk dat de uitzondering erin zit: als je drie jaar geleden begonnen was, heb je wél een hele leercurve gehad.
En ik denk dat dat wel interessant is. Ik heb het zelf ook sterk meegevolgd en geleerd door ermee bezig te zijn.
En ik denk dat als je nu helemaal induikt, dat er ook nog wel een bepaalde leercurve is waar je door moet.
En je hebt dan op een bepaald moment — als ik terugga naar je verhaal — waarschijnlijk de keuze gemaakt van:
“Ik ga niet volledig in een AI-startup werken, ik blijf doen wat ik nu doe.”
Nog altijd wel in het innovatieve klimaat in de hub New York.
In die organisatie: werd daar AI dan ook wel sterk geleveraged, om bijvoorbeeld code te schrijven of in dagelijkse processen?
Of is het daar business as usual gebleven, en heeft LLM daar weinig impact gehad?
Thijs:
Dat was business as usual.
Dominiek:
Oké.
Thijs:
Ja, dat was voor mij toch — ik ga niet zeggen een shock,
want de bedrijvenproducten waren San Francisco-based.
De operatie, de CEO, die erop zat, was heel visionair —
één van de Facebook-medeoprichters.
Dus dat is iemand die toch redelijk ahead of the curve is,
die gaat waar de puck van de hockeystick naartoe zal gaan.
En ja, zotte profielen die daar werken,
maar die zijn daar zeer nuchter.
En dat kwam door verschillende redenen. Enerzijds had je policies, ja. Patenten enzovoort, en privacy en persoonlijke gegevens.
Dominiek:
En was er een governance?
De reden waarom ik het vraag is: wij geven heel veel AI-opleidingen,
en ik sta ervan versteld in wat voor organisaties en contexten ik kom waar er nog totaal geen AI-governance is.
Ik zie ze nu zo de laatste maanden beginnen te vallen en te komen.
Was het daar dan wel zo dat er al een governance was, die direct zei:
“Je mag geen ChatGPT gebruiken als het leert uit het model bijvoorbeeld,” of inkopen enzovoort?
Of was dat al een beetje: doe maar?
Thijs:
Er werd ons initieel aangemoedigd om in de context van werk geen gebruik te maken van tools zoals ChatGPT.
Puur vanuit het legale oogpunt, dat er nog veel vragen waren.
Het was niet duidelijk waar je code terechtkwam als je die in Cursor of andere tools plakte.
Hetzelfde voor als je dat ging openen aan die databases.
Dat was een product met miljoenen klanten.
In de VS zijn ze redelijk hard tegen het lekken van persoonsgegevens — dat kan je echt ruïneren.
We hadden een redelijk conservatief legal team, die zeiden van:
“Oh, dat moeten we echt uitzoeken.”
Uiteindelijk is er dan een beleid gekomen, en werd er mee geëxperimenteerd.
Eén van de mooie dingen die we in dat bedrijf hadden —
en iets waar ik heel mooi het verschil in voelde met het Europese klimaat —
is dat we elke zeven weken een hackweek hadden.
Dominiek:
Oké. Letterlijk een week?
Thijs:
Letterlijk een week. Maandag tot vrijdag mocht je aan je hobbyprojecten werken.
Je werd aangemoedigd om iets nuttigs te doen, iets dat het werk bevorderde.
Je werd aangemoedigd om samen te werken met collega’s.
Op vrijdag presenteerde je je project voor het hele bedrijf.
Dat was heel fijn.
Daarin werden dan wel dingen met AI gedaan die relevant waren.
Maar ze zijn niet op die trein gesprongen.
Ik denk dat daar het verschil zit tussen een start-up en een bedrijf dat al tien jaar processen heeft.
Een start-up kan behoorlijk snel schakelen.
Een scale-up of een ouder bedrijf heeft soms muren waar ze over moeten klimmen.
Dominiek:
Ze hebben ook meer te verliezen.
Ik denk dat het veel is vanuit de vrees dat er iets lekt naar een bestaande client base.
Of je bent een start-up die zegt: we gaan gewoon en we zien wel.
Fascinerend, om de zeven weken een hele hackweek.
Dat lijkt mij heel… Als ik hier in contexten denk van bezettingsgraden en dergelijke: dat is heel contrasterend.
Maar het houdt echt wel steek.
Om te innoveren moet je ook durven pijn doen aan het geheel.
Oké, en dan misschien nog afsluitend…
Dat is een hele moeilijke vraag, ik weet niet of je daar soms over nadenkt.
Maar hoe zie je zelf de evolutie van AI naar de toekomst?
Je mag het interpreteren zoals je wil.
Je mag het bekijken in de werkcontext.
Gaat het daar een gigantische impact hebben? Op het persoonlijk leven?
Zie je dat als iets positiefs? Iets negatiefs?
Of is het iets waarvan je zegt: bewust denk ik daar niet over na?
Thijs:
Is uw vraag zowel filosofisch, ethisch als technologisch?
Dominiek:
Mijn favoriete volgorde is de volgorde die je net hebt benoemd: filosofisch, gelinkt aan ethisch.
Maar het mag ook heel concreet zijn.
Dus je mag kiezen welke invalshoek je neemt.
Thijs:
Ik ga een beetje improviseren.
Ik heb gezegd dat ik mijn meningen elke drie maanden herzie.
En ik sla die gedachten ook niet op. Dat zijn altijd nieuwe gedachten.
Als je me die vraag morgen stelt, dan krijg je een heel ander antwoord.
Dominiek:
Een beetje zoals een LLM — je krijgt ook elke keer een ander antwoord.
Thijs:
Ik ga gewoon iets poneren.
Ik denk dat deze periode op lange termijn een blip is.
Maar wél een punt dat je kunt aanduiden.
Net zoals een smartphone een blip is.
Of een printer. Of een computer. Of een computermuis. Of de auto. Of een verbeterde fiets.
Ik ga hier stoppen met mijn analogieën.
En mensen gaan dat gewoon incorporeren.
Binnen twintig jaar denken mensen: “Wat is er aan de hand?”
Dat is fundamenteel...
Ik denk dat dat gewoon een way of working wordt.
Dat het onderdeel is van ons leven.
En dat het ons moeilijk valt om ons iets anders voor te stellen.
Dominiek:
En denk je niet dat werk op een fundamentele manier zal veranderen?
Thijs:
Tuurlijk.
Maar ik weet niet of ik een goede gokker ben, als je mij neemt...
Ik denk... mijn hoofdgeloof is dat we binnen twintig jaar in een totaal andere situatie zitten,
maar dat we die situatie dan heel normaal zullen vinden.
Ik weet alleen niet of dat exponentieel zal gaan.
Ik zie eerder step functions: dat het even boem omhooggaat,
dan weer even vlak blijft, en dan weer een sprong maakt.
Kunnen mensen hun job kwijtraken?
Tuurlijk. Maar...
Soms staan processen in de weg.
Een overheid kan met een bepaalde snelheid werken.
Er zijn voldoende bedrijven — ik vermoed dat je er zelf nog vaak bij komt —
waarbij het logischer is om Docusign of zoiets niet te gebruiken,
omdat mensen gewoon niet weten dat het er is.
Dus je kunt het niet adopteren.
Ik weet dus niet hoe snel bepaalde sectoren zullen kunnen aanpassen.
De komende periode? Dat gaat wel sneller.
Want de adoptie van internet, computers... dat is ook sneller gegaan.
Maar ik weet het niet.
Ik ben er zeker van dat...
Ik denk dat mensen bang mogen zijn.
Mensen moeten proberen na te denken hoe ze kunnen upskillen om relevant te blijven.
Maar ik ben er ook van overtuigd dat voldoende mensen nog dertig jaar op bewijs en respect
kunnen aanmodderen.
Dus met andere woorden:
ik weet niet of competent zijn met AI-technologie een must gaat zijn
of een nice-to-have.
En hoeveel sectoren zich hoeveel zullen aanpassen...
Ik denk dat je met die parameters kunt schuiven.
En één van de realiteiten zal het wel worden.
Dominiek:
Ja.
Maar ik moet zeggen: als je dat zegt, dan denk ik dat we op dezelfde lijn zitten.
Want ik denk ook dat die wereld verduidelijkend anders zal zijn,
maar dat dat wellicht normaal zal aanvoelen.
En ik ben er zeker van dat ik de snelheid overschat in mijn eigen hoofd.
Ik doe dat met alles.
Dus dat dat wellicht ook al gewoon komt door de legacy van bedrijven —
zoals je zei, grote bedrijven adopteren trager.
Als je dan nog de overheid erbij neemt,
dan zijn we weer een paar jaar verder.
Daar ben ik het mee eens.
En ik denk zeker niet dat iedereen AI-capaciteit zal moeten hebben.
Ik zie dat bijvoorbeeld als — om door te trekken naar de link met gisteren —
met het apparaat waar we aan het automatiseren waren:
hetgene dat de man vooral moest inbrengen was expertise in zijn vak.
Iets wat net tegenwoordig met heel die low-code/no-code beweging en AI
realistischer begint te worden,
is dat je zelfs niet meer echt goed moet kunnen coderen.
Dus je moet goed zijn in je vak.
Je moet goed kunnen beoordelen of de output goed is.
En je moet logisch kunnen nadenken.
Dus... nee, ik sluit me eigenlijk aan bij wat je zegt.
Dominiek:
Super Thijs.
Is er nog iets waarvan je zegt:
“Dit zou ik nog de wereld willen insturen?”
Iets dat je kwijt wil?
Thijs:
Hmm… ik weet niet waar ik op dit moment het meest in geïnteresseerd ben,
maar jammer genoeg niet veel kennis over heb:
kanelen zoals hoe technologieën zoals Artificial Intelligence,
LLMs, gecombineerd met technologieën zoals Organoid Intelligence
en Brain-Computer Interfaces kunnen interageren.
Dominiek:
Ja! Ik had daar laatst ook een besef bij...
Er is altijd gezegd, ook door Elon Musk en anderen,
dat het allemaal draait rond de transactiesnelheid van informatie
tussen mens en machine — en dat die superinefficiënt is.
Wij die typen…
Ja, dat is supertraag in vergelijking met gewoon data die je overzet in milliseconden.
En ik had laatst het besef...
Ik was mijn eigen agent aan het trainen in Gemini,
en ik had alles geëxporteerd: mijn Goodreads, mijn Spotify, mijn cognitief profiel...
Alles.
En toen besefte ik: de snelheid waarmee ik die informatie kon delen door gewoon export-import tussen systemen,
dat kan ik nooit in een gesprek doen.
Ik zou dagen moeten praten om alles van mezelf te vertellen.
Maar als je zo'n brain-computer interface zou hebben,
met die snelheid…
Ik kan me niet voorstellen wat daaruit zou komen.
Is het die richting die je bedoelt?
Thijs:
Wat ik misschien vooral bedoel,
is dat als we praten over de technologiegolf,
er al snel gedacht wordt in termen van bouwen met of werken met AI.
Maar er is ook het consumeren van en interageren met AI.
En dat zijn voor mij twee grote vraagtekens.
Waar nog niet veel mee gebeurt.
Het consumeren van data — hoe gaan we informatie tonen?
Smart glasses, smartwatches: dat zijn al alternatieve manieren.
Kunnen we daar verder in gaan?
En interageren, zoals jij zei: praten met ChatGPT is traag.
Je typt een zin, drukt op enter, en wacht weer.
Soms doe je spraakinput.
Maar er zijn betere manieren om instructies te geven.
Dat domein is nog jong.
Maar ik ben benieuwd én optimistisch.
Dominiek:
Een leuk experiment om dat te testen is trouwens bij Gemini in de developersomgeving.
Daar kun je je screencast delen — hij kijkt gewoon live mee met je computer.
En je voice-modus gebruiken.
Dus terwijl je iets aan het maken bent, kun je gewoon in je microfoon vragen stellen.
Superproductief.
En als ik me niet vergis, is Microsoft ook met Windows Recall bezig:
een project dat de hele tijd meekijkt.
Dus dat je bijvoorbeeld aan Recall kunt vragen:
"Wat heb ik twee weken geleden tegen Sam gezegd in die meeting?"
Nu, privacy-belletjes gaan natuurlijk rinkelen,
maar dat effect van gigantische productiviteitswinst
kan zwaarder doorwegen dan die bezorgdheden.
Dominiek:
Ik weet ook dat Sam Altman samen met Jony Ive (van Apple) werkt aan een hardware-device.
Ik ben superbenieuwd wat daaruit komt.
Heb jij een idee? Wordt het een bril? Een pin? Een lens?
Thijs:
Ik denk dat het saaier wordt dan we denken.
Een bril, een ring, een ketting.
Gewoon een wearable. Vermoed ik.
Dominiek:
Ja, dat beïnvloedt ook hoe je denkt.
Want voor veel mensen lijkt een bril nog altijd heel revolutionair.
Wat het ook wel zou zijn — als het écht een consumentenproduct wordt.
Dominiek:
Super Thijs, ik vond het heel interessant.
Hartelijk bedankt en heel veel succes met je nieuwe job.
Thijs:
Dankjewel.
Dominiek:
Met het werk en met het kindje.
Thijs:
Dankjewel.
En nog een laatste snelle shout-out:
één van mijn recente projecten is Book Borrow Club —
een platform om boeken uit te lenen aan mensen in je buurt.
Dus als je in Leuven, Brussel, Antwerpen of Gent zit,
en je wil boeken lenen van anderen in de buurt,
check zeker de website eens.
Dominiek:
Heel interessant.
We zetten het erbij in de aflevering.
Dank je nog voor die tip.
En nogmaals: dankjewel.